Willen en kiezen
Ik vind het moeilijk om te willen. Als kind had ik niet
geleerd om te gaan met tegenslag. Alles ging de eerste 10 jaar vanzelf. Populariteit,
vrienden, cijfers, sport, … zonder bewuste moeite blonk ik uit in alles en
kreeg ik daar veel erkenning voor. In het vijfde leerjaar kregen we Frans. Dat
was het eerste dat niet vanzelf ging, en ik heb me jarenlang voorgehouden ‘dat
ik gewoon geen Frans kon’.
Ik ontwikkelde slaapproblemen en overdacht alles urenlang.
Eerst het onrecht in de wereld, daarna dingen die ik fout zei, momenten dat ik
lelijk of manipulatief was vanuit mijn ego, mijn kleinheid, mijn wens tot
bevestiging, dingen die ik grappiger of slimmer had kunnen zeggen, zinnen die
iemand misschien fout had kunnen interpreteren, momenten van persoonlijk falen door
een gebrek aan lef, karakter, … Jaren lang nachten gevuld met spijt,
schuldgevoel, schaamte, zelfhaat en de zeer christelijke overtuiging dat ik slecht was.
Willen kan leiden tot tegenslag. Om mijn hevige reactie op mogelijke
tegenslag te vermijden probeerde ik los te komen van verlangens. Eten, drinken,
kleding, comfort, sociaal oordeel, sociaal contact, … ik ontzegde me alles
behalve het noodzakelijke en deed alsof dat goed was. Ik raakte verslaafd aan
gamen en worstelde enorm met mijn afhankelijkheid (en zwakte van karakter),
maar disciplineerde mezelf daarmee ook tot nieuwe hoogtes (8u non stop gamen, iemand?).
Mijn moeder werd geconfronteerd met hevig verlies. Haar
huwelijk, ouders en vier broers verloor ze in wat als een constante
aaneenschakeling van verlieservaringen aanvoelde. Tussen de tijd waarbinnen ze
mij als haar hoogbegaafd mama’s-kindje veel bevestiging en aandacht schonk, en
de tijd daarna waarin ik probeerde los te komen van mijn verlangens, startte
haar jarenlange rouw.
Zoveel wordt pas achteraf duidelijk. ‘Waarom?’ was dan ook de
fundamentele vraag die me aan het unief tot filosofie bracht. Ethiek (de studie
van de vraag hoe we moeten leven) was het vak dat me het meest interesseerde.
Mijn thesis ging uiteindelijk over de relatie tussen ethiek en wetenschap. Ik
staak hierbij de pogingen om de inhoud hier samen te vatten.
Het grappige van mijn thesis was dat ik veel te laat een willekeurige
postdoc vroeg om het proces te begeleiden. Naar aanleiding van het ene tussentijdse
gesprek dat ik met mijn begeleider had, denk ik dat ze er niet veel van
verwachtte. Zoals bij alles gedroeg ik me alsof mijn thesis me niets kon
schelen in de hoop mezelf te sparen van mijn reactie op mogelijke tegenslag.
Dat was niet gelukt. Wekenlange slapeloze nachten met korte, intense dromen
over mijn thesis waren naar het einde mijn deel. In de laatste 10 dagen die ik
in isolatie doorbracht werd ik wakker van een droom, schreef ik een halfuur tot
een uur aan mijn thesis, en gamede ik tot ik opnieuw kon slapen. Ik at alleen
wat brood, dronk wat water en warmde misschien wat bonen op. Toen ik na een
paar zo'n dagen eens naar buiten ging viel ik flauw in een berm.
Ik haatte het resultaat en ik haatte mezelf. Er zat zo
ongelooflijk veel meer in. Er waren onderzoeksvragen die pas de laatste week echt
duidelijk werden, en waarvan de exploratie essentieel was geweest. Omdat ik
verslaafd was had ik die niet verder kunnen onderzoeken – zwak! Mijn thesis was
niets waard – ik was niets waard. De jury dacht er anders over. Ik kreeg een
grootste onderscheiding en de professor die toegewezen werd zei dat het een van
de beste thesissen was die ze ooit had gelezen. Punten verloor ik omdat ik
bijzonder slordig was omgegaan met referenties en voetnoten. Ik stelde echter
haar expertise en die van de postdocs in vraag, bleef ervan overtuigd dat het een
onding was en dat ik het allemaal had verpest.
Uiteindelijk moet een mens volwassen worden. Ik deed er
rechten bij omdat ik vond dat ik in de filosofie niet had kunnen bewijzen dat
ik kon studeren. Met horten en stoten leerde ik gedisciplineerd(er) te werken.
De thesis verliep helaas via een bekend stramien: een gesprek met een
willekeurige prof, en een resultaat waar hij enorm positief verrast van was. De
thesis was kwalitatief, methodologisch uitgewerkt, met een perverse hoeveelheid
aan correcte referenties. In vergelijking met mijn filosofiethesis helaas ook
intellectueel volledig gepacificeerd.
Gisteren waren het lokale verkiezingen. Op een bepaalde manier
gezien heb ik vijf jaar toegewerkt naar dat moment. Ik begon na de verkiezingen
van 2018 mijn engagement bij Jong Groen Gent te verstevigen, want ik besefte
dat ik laat op het feestje was en het de volgende moest gebeuren. Ik begon te
werken in het federaal parlement bij Dieter Van Besien. Ik bouwde Jong Groen
Gent mee uit tot iets om trots op te zijn. Ik begon veel vrijwilligerswerk te
doen voor Groen Gent, en verwierf een politiek mandaat. De worsteling met ‘aan
verwachtingen voldoen’, met slapeloosheid, met willen en kiezen, met zwart
cynisme en constante ironie waren mijn vertrouwde metgezellen. Maar ik heb de
keuze volgehouden, ondanks best wat omstandigheden. Zo daar zijn: een
zelfdoding die heel dicht kwam, een klimaatdepressie, een
pvda-lief-van-mijn-leven, het heel lang volhouden van een job die ver onder
mijn capaciteiten ligt, eenzaamheid, heel veel confrontatie met mijn eigen ego
en heel veel confrontatie met andermans ego, een bijzonder slecht
georganiseerde partij, een bijzonder slecht georganiseerde campagne,
maandenlange verantwoordelijkheid voor logistiek, Sint-Niklaas-gependel, hernia’s,
een geknelde zenuw en lage rugpijn, een huizenjacht en drie verhuizen. En ik heb de keuze
volgehouden, dankzij best wat omstandigheden. Zo daar zijn: erkend worden voor
mijn capaciteiten, overtuigd inschrijven in een Groot Verhaal (het ecologisme),
vriendschap en gemeenschap, zelfemancipatie en collectieve politisering, boeiende
leeromgeving, een partij vol zachte en inspirerende mensen, een doelstelling
omarmen die inspanning waard is: het Klimaat en de Ander in diepe miserie.
Het resultaat mag er zijn: 2551 voorkeurstemmen. Niet mega
spectaculair, maar gezien de omstandigheden een mooie resultaat. Helaas niet
voldoende om effectief te zetelen. Als reactie op het patriarchaat kregen alle
vrouwen ongeveer 1000 voorkeurstemmen meer dan de mannen op de lijst van Groen
Gent. Het is een verschil dat geen enkele mogelijke campagne van mij had kunnen
overbruggen. Maar wel fijn dat ik ervoor ben gegaan.
Reacties
Een reactie posten