Salviastraat

Al zo vroeg als ik me herinner speel ik videogames. Dat begon met de Gameboy Pokémon Red & Blue, en werd vervolgens vele jaren Age of Empires, Runescape, League of Legends, Minecraft, Skyrim, ... teveel om op te sommen. Ik weet dat mijn traject herkenbaar is voor veel mannen, want ik heb het samen met hen afgelegd.

Toen ik jong was probeerden mijn ouders mijn hobby te beperken met een keukenklokje. Jammer genoeg vertrouwden ze mij de klok toe terwijl ze televisie keken na een lange werkdag, en draaide ik me strategisch-geloofwaardig extra tijd bij. Zo zat ik daar vele malen langer in het hoekje van de living dan gezond voor me was. Ik had toen lang haar dat de helft van mijn gezicht bedekte. Symbolisch allemaal.

Als kind werd ik plots (zo leek het) ongelukkig. Ik geloofde niet dat mijn ouders de mijne waren (het plaatje klopte niet), en ik liep soms in pathetischdramatische episodes weg van huis of sloot me op in de kelder. Ik ontwikkelde slaapproblemen. Ik werd naar een therapeut gestuurd, maar ik voelde me zo schuldig over de prijs (15 euro per sessie) dat ik er een uur lang zweeg en huilde. Op nieuwe slinkse wijzen saboteerde ik deze oplossing tot mijn ouders hun poging staakten.

Ik heb het geluk gehad dat ik steeds kon rekenen op goede vrienden. Met een deel van hen heb ik die 20 jaar samen gegamed. Dankzij mijn intelligentie en opvoeding vormden het middelbaar en de universiteit geen al te grote obstakels. Sommige gamelotgenoten maakten hun middelbaar niet af, of deden jaren langer over hun opleiding aan de hogeschool. Ik niet - ik ging alleen naar de interessantste lessen en gamede makkelijk 8u per dag weg. Dat werd pas echt extreem tijdens de examens. Dat is paradoxaal, want het was ook op die momenten dat ik mijn cursussen opendeed en opnieuw ontdekte dat filosofie écht wel een boeiende richting was.

Zelfs in mijn laatste jaar in de rechten heb ik enorm veel gegamed. Er was een examenperiode dat mijn toenmalig lief en ik samen studeerden. Eens ze weg was begon ik dan aan de gamesessie (vaak kon ik niet zo lang wachten, en gamede ik stiekem). Zo'n sessie duurde dan tot 2u 's nachts. Slaapgebrek bouwde op, en mijn cijfers waren er ook naar (altijd nipt voldoende, soms een misrekening en een herexamen).

In die enorm lange periode (6 jaar middelbaar, 8 jaar unief) heb ik mezelf gehaat, maar zo eenduidig is een dergelijk mechanisme niet. Met gamen kon ik zowel mezelf verachten, als mijn onrealistisch en ongezond zelfbeeld veilig stellen. Aan het begin van een semester kon ik immers steeds denken: nu stop ik met gamen, zet ik me elke dag in voor het unief, ga ik enorm veel leren van de grote filosofen, begin ik aan het leven en zal de wereld eens zien. Na een korte reeks tegenslagen (vaak sociaal van aard) begon het overdenken en slaapgebrek opnieuw, en trok ik me terug om te herstellen. Gamen leidt echter niet tot herstel. Het houdt slaapgebrek in stand, en leidt tot ontwikkelingsstilstand.

Ik kan enorm veel trieste anekdotes vertellen die de ernst van mijn verslaving kunnen duiden. Het was voornamelijk maar zeker niet alleen zelfschade die ik berokkende. De schaarse romantische relaties die ik had waren turbulent. Ik groeide persoonlijk niet, en bleef vastzitten in oneindige existentiële zelfreflectie. Ik voelde me te schuldig en slecht om echt te luisteren naar feedback. Daardoor kon ik mijn problemen niet in de juiste proportie zien, en ging er dan ook niet mee aan de slag.

Het gevoel dat ik mijn leven aan het vergooien was overheerste uiteindelijk. Ik werd ouder, begon een tweede studie, bereikte niets en werd er me pijnlijk bewust van. In mijn laatste twee jaar rechten begon ik te werken, en combineerde ik engagementen in drie studentenverenigingen. Het gamen bleef, maar mijn opvoeding (en een grote angst om niet te voldoen) in combinatie met mijn engagementen zorgde ervoor dat ik er minder tijd voor had. Jong Groen Stugent leidde tot een engagement bij Jong Groen Gent, en dat pad bleef zich uitbreiden. Het politieke engagement en de zelfontwikkeling die daarbij komt kijken, in combinatie met het boek 'het gekaapte brein' en de pijn van de zelfmoord van Alex leidden er uiteindelijk toe dat ik op 17 mei 2023 stopte.

Het gekaapte brein van Paul Van Deun is een goed boek. Het beschrijft de neurologische mechanismes die aan de grondslag van verslaving liggen. Begrijpen hoe verslaving werkt, en de bevrijding voelen wanneer je doorhebt hoe universeel je ervaringen eigenlijk zijn, doet de druk van het psychologisch-existentieel oordeel van persoonlijk falen afnemen. Dealen met je verslaving wordt dan gewoon een opdracht. De auteur hield me ook een vette wortel voor: de meeste verslaafden ervaren een desinteresse in de wereld, maar herwinnen na een periode 6-8 maand onthouding interesses die jaren neurologisch onder-/weggedrukt werden. Verslaafden rapporteren dat ze opnieuw dingen wouden doen die ze al tientallen jaren niet meer deden (zoals schilderen). Ik was enorm benieuwd naar wat die interesses bij mij zouden zijn, want ik game ongeveer zo lang als ik herinneringen heb. Blijkt nu, een jaar later, dat het voornamelijk lezen en schrijven is.


Reacties

Populaire posts van deze blog

BCSD II

Vrijdagsmarkt

Retreat, hell! We just got here.